Als we kijken naar doorstroming op de woningmarkt is het belangrijk om naar het geheel te kijken.
Doorstroming is erop gericht om een verhuisketen op gang te brengen. Een verhuisketen begint altijd met het vrijkomen van een woning. In kwantitatieve zin gaan we de woningnood dus nog steeds enkel en alleen indammen door het bouwen van meer woningen. In kwalitatieve zin kunnen we echter door middel van doorstroming ervoor zorgen dat een reeks huurders passender woont; ofwel een woning heeft die aansluit bij de woonbehoefte en/of woonwens. We proberen de keten hierin zo lang mogelijk te maken: het begin en midden van de keten gaat passender wonen, en de keten sluit af met een starter die de woningmarkt betreedt.
Deze afbeelding illustreert een wooncarrière van start tot vertrek. De verhuisketen op doorstroming begint aan het einde van de wooncarrière.
In het bevorderen van doorstroming wegen we enerzijds de vereiste capaciteitsinzet (personeel en financieel) en anderzijds de verwachte impact. Logischerwijs leg je dan de focus op het begin van een verhuisketen om zo de meeste impact te maken. Om doorstroming te bevorderen focussen we ons doorstroom beleid met name op ouderen in een te grote woning. Door middel van een beleid ‘Van Groot naar Beter’ en de hulp van seniorenmakelaars proberen we de verhuisketen op gang te brengen. Door hier te beginnen is het mogelijk om een zo lang mogelijke verhuisketen op gang te brengen.
Dit beleid vullen we aan met een focus op doorstroming naar een middenhuur woning. Woningen met een middenhuur verhuren we in Rotterdam met voorrang aan huurders (met een middeninkomen) in een sociale huurwoning. Op deze manier proberen wij sociale huurwoningen vrij te spelen om ook hier een treintje op gang te krijgen.