Als ik terugkijk op het afgelopen jaar zijn trots en bewondering woorden die in me opkomen. Ik ben trots op mijn collega’s, die onder nieuwe en uitdagende omstandigheden met plezier en gedrevenheid – vaak vanuit huis – hun werk zijn blijven doen. Ik ben onder de indruk van hun aanpassingsvermogen, flexibiliteit en collegialiteit. Bewondering heb ik voor de opstelling van veel huurders die in meer of mindere mate de gevolgen van corona ondervonden en nog steeds ondervinden.
Impact van corona
We hebben geprobeerd onze dienstverlening sinds de uitbraak van de coronacrisis waar mogelijk op niveau te houden, met de nodige aanpassingen. Ook nu met de lockdown maatregelen die op 14 december bekend werden. Zo zijn we bereikbaar gebleven, uiteraard met inachtneming van RIVM-richtlijnen. De gebiedskantoren bleven (en blijven) open en voor huurders zijn wij onverminderd digitaal bereikbaar geweest. Het verhuurproces – van de eerste bezichtiging tot het inleveren van de sleutel bij verhuizing – gebeurt volledig op afstand. Groepsbezichtigingen maakten plaats voor privébezichtigingen en ook onderhoud en (dringende) reparaties voerden we gewoon uit.
Als corporatie is de directe impact van corona goed te zien. Zo merkt de afdeling Klant & Service bijvoorbeeld dat huurders het in deze tijd prettig vinden met iemand te praten en regelmatig leidt dat tot langere gesprekken dan voorheen. Daar nemen we dan ook de tijd voor als dat kan. De afdeling Incasso ziet de soms ernstige financiële consequenties van de crisis. Als huurders door corona in de problemen zijn gekomen gaan wij gezamenlijk op zoek naar een passende oplossing.
Alternatieve zomertoer
Normaal gesproken breng ik tijdens mijn jaarlijkse zomertoer een bezoek aan onze afdelingen en de wijken waar we aanwezig zijn. Ik praat dan met collega’s, bewoners en wijkpartners om een nog beter beeld te krijgen van wat er speelt en waar behoefte aan is. Door corona heb ik een aantal persoonlijke gesprekken vervangen door een fietstocht. Zo kon ik voldoende afstand houden, maar toch aanwezig zijn. Als onderdeel van mijn toer bekeek ik verschillende woongebouwen en binnentuinen in Rotterdam. Dat helpt bij het maken van keuzes over onderhoud en investeringen, ook in relatie tot klimaatbestendigheid. Ik fietste door verschillende wijken in Capelle aan den IJssel, waar we nieuwe woningen bouwen als compensatie voor woningen die we moeten slopen. In Rotterdam-Zuid bezocht ik Smeetsland, waar we met partners de nieuwe inclusieve wijk Vrijlandt Wonen realiseren. In Tuindorp Vreewijk was goed zichtbaar hoe groenbeheer hand in hand kan gaan met de aanpak van woningen. Met collega’s van de afdeling strategie dacht ik als onderdeel van de zomertoer na over belangrijke onderwerpen als betaalbaarheid, beschikbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid van onze woningen. We gebruiken alle inzichten en overwegingen straks voor het nieuwe strategisch Havenstederplan.
Samenwerking en kenniscoalities
Havensteder is een netwerkorganisatie en we geloven sterk in de kracht van kenniscoalities. Maatschappelijke opgaven pakken we gezamenlijk aan, met als doel het realiseren van een inclusieve stad waar iedereen een plek heeft. Waar het bijvoorbeeld gaat om zorgvastgoed op maat is het voor corporaties cruciaal te weten waar de zorgbehoefte ligt en hoe die er uitziet. In dat kader sprak ik het afgelopen jaar – ook tijdens mijn zomertoer – met verschillende zorgpartners. Daarbij kwamen onderwerpen voorbij als zorg aan huis en nieuwe tussenvormen voor mensen die (nog) niet helemaal zelfstandig kunnen wonen. Ook sprak ik regelmatig – soms digitaal – organisaties in de dak- en thuislozenhulp. In een aantal sessies met ontwikkelaars onderzochten we hoe wij samen kunnen optrekken. Natuurlijk hebben we veel contact met lokale politici. Het komend jaar blijven extra kwetsbare groepen in de samenleving – zoals het nog altijd groeiende aantal verwarde mensen – onze onverminderde aandacht hebben. Daarbij is en blijft kennisdeling en een structurele dialoog met alle betrokkenen essentieel.
Wooncrisis
Vorig jaar sloten wij ons met nog zo’n 180 corporaties aan bij de landelijke actie #ikwileenhuis, een initiatief dat bedoeld is om de wooncrisis een gezicht te geven en officieel bezwaar te maken tegen de verhuurderheffing. Die zorgt ervoor dat wij meer woningen moeten verkopen dan wij zouden willen, de huren moeten verhogen boven inflatie en fors minder kunnen investeren in duurzaamheid. Ook in 2020 hebben wij met regelmaat benadrukt welke negatieve gevolgen dit ook voor onze huurders heeft. Nu en in de toekomst.
Opgaven en middelen
Een onderzoek van Aedes en een drietal ministeries naar de opgaven en middelen van woningcorporaties deed de sector op haar grondvesten schudden. De conclusie: onder de huidige omstandigheden kunnen woningcorporaties hun maatschappelijke opgaven niet volledig oppakken. Ze komen tot 2035 maar liefst 30 miljard euro tekort om voldoende huizen te bouwen, te verbeteren en te verduurzamen. In onze regio zijn de totale opgaven groter dan de financiële middelen van de lokale corporaties bij elkaar opgeteld. Hier speelt het tekort al over vier jaar. Dat betekent dat er niet voldoende geld is om iedere huurder in onze regio te voorzien van een betaalbare, duurzame en goede woning. Kortom, ondanks alle financiële investeringen die we doen en blijven doen, blijven er enorme uitdagingen bestaan.
Vooruitkijken
Een wooncrisis, een coronacrisis. Voor mensen die al in een kwetsbare positie verkeren was 2020 een meer dan gemiddeld zwaar jaar. En er is natuurlijk nog grote onzekerheid over hoe 2021 eruit gaat zien. Wij blijven onder alle omstandigheden klaarstaan voor onze huurders, met dezelfde energie en toewijding. Wat mij betreft zetten we ook volgend jaar weer in op intensieve samenwerking met (kennis-)partners, om gezamenlijk de stevige uitdagingen te lijf te gaan. Een belangrijke gebeurtenis volgend jaar zijn natuurlijk de Tweede Kamerverkiezingen. We roepen de politiek op om de opgaven van de sector een prominente plek te geven in de verkiezingsprogramma’s.