Droogte

Door klimaatverandering wisselen extreem droge en natte perioden elkaar sneller af. Bij droogte valt er een langere periode geen regen. Dat zorgt voor onder andere lagere grondwaterstanden. En in combinatie met hitte is er meer sprake van verdamping met o.a. de bodemdaling als gevolg. Zowel een lage grondwaterstand als bodemdaling hebben grote effecten op de bebouwde omgeving.

Bij lage grondwaterstanden komen de houtenpaalfunderingen droog te staan. Hierdoor kan er zuurstof bij het hout komen en kunnen de palen gaan rotten met als gevolg dat de fundering zijn draagkracht verliest. Zolang paalfunderingen onder water staan blijft het hout goed.

Bij bodemdaling zakt de bodem steeds verder. Daarnaast zorgen lage grondwaterstanden voor uitdroging van veen en kleilagen in de ondergrond. Wanneer deze uitdrogen zakt de bodem sneller in elkaar. Op zich is dat geen probleem als dat gelijkmatig gebeurt. De problemen ontstaan als er een sprake is van ongelijke bodemdaling waardoor panden scheef gaan staan en kunnen scheuren. Bodemdaling vormt ook een probleem als er sprake is van hoogteverschillen tussen verschillende locaties, bijvoorbeeld bij achtertuinen die lager liggen dan de straat.

Havensteder heeft 11.000 woningen in bezit met een bouwjaar voor 1950 met een potentieel funderingsrisico.

Lees meer over hoe Havensteder het funderingsvraagstuk aanpakt.

Omslag foto: Fotograaf, Eric Fecken
Bron: Rotterdams WeerWoord